Coachingstechnieken: LSD
LSD staat voor Luisteren, Samenvatten en Doorvragen. Dit is de basis van elk goed coachingsgesprek. In dit artikel gaan we dieper in op wat het precies inhoudt en hoe je LSD goed toepast. Door deze basistechniek goed toe te passen stap je af van het doen van aannames en het geven van je mening. Je staat open voor de ander en neemt de tijd om de ander zijn ervaringen te horen. Zodoende voelt die zich echt gehoord en begrepen!
Waarom LSD?
Waarom zouden we een heel artikel wijden aan iets simpels als Luisteren, samenvatten en doorvragen? Omdat het heel belangrijk is en vaak vergeten wordt!
Door LSD toe te passen kom je erachter wat jouw gesprekspartner nu echt denkt over dingen. Waarom ze dat denken, maar ook hoe ze dingen doen. Je leert iemand beter kennen.
Als Sport Care Plus-coach is het belangrijk om iemand goed te kennen. Voor goede begeleiding moet je nu eenmaal weten hoe iemand een in elkaar zit. Daarnaast is een goede band de basis voor een goede begeleiding! Als de sporter zich echt begrepen en gehoord voelt zal dit jullie band verbeteren.
Luisteren
Luisteren klinkt zo vanzelfsprekend. Maar is dat het ook? Hoe vaak merk jij dat er echt naar je geluisterd wordt? En dat iemand echt goede vragen stelt waaruit blijkt dat er is geluisterd, en dat diegene ook echt meer wil weten over wat je te vertellen hebt? Goed luisteren ligt aan de basis van goede communicatie. Dus hoe doe je dat?
Luisteren is een werkwoord. En goed luisteren is dan ook iets wat je actief doet. Wat hoort er bij actief luisteren?
- Oogcontact maken
- Betrokken zithouding: richt je naar de spreker
- Actief rechtop zitten
- Knikken en bevestigen
- Met je gedachten aanwezig zijn
Samenvatten
Samenvatten is het herhalen wat er gezegd is zodat je kunt controleren of je het goed hebt begrepen. Door samen te vatten geef je de sporter ook de mogelijkheid om aan te vullen wat nog niet duidelijk is.
Je kunt op verschillende manieren samenvatten. Je kunt samenvatten, parafraseren of reflecteren, wat is het verschil?
Samenvatten: is het kort herhalen van wat je gesprekspartner gezegd heeft. Dit doe je met zoveel mogelijk dezelfde woorden. | Parafraseren: is het herhalen wat iemand gezegd heeft met andere woorden. Je gebruikt dus synoniemen voor wat gezegd is. | Reflecteren: is het herhalen wat iemand gezegd heeft en daar jouw reflectie op geven. Hierbij interpreteer je dus wat iemand zegt of bedoelt. |
Doorvragen
Goede vragen stellen is de kern van coaching. Met het stellen van de juiste vragen kun je een hoop teweegbrengen. Er zijn een aantal verschillende soorten vragen die je kunt stellen. Grofweg maken we het onderscheid tussen open en gesloten vragen.
Structurerende vragen
Sommige vragen dienen vooral ter verduidelijking van de situatie. Jij wilt als coach graag goed weten wat iemand nu echt bedoelt. Wat er specifiek is gebeurd of is gezegd, maar ook wat iemand nu echt voelt of denkt. Dit zijn vragen die je stelt om structuur in iemands verhaal aan te brengen, zodat het hele verhaal voor jou duidelijk wordt. Voor het stellen van structurerende vragen kun je het geheugensteuntje STARR gebruiken.
Soms geven mensen uit zichzelf uitgebreide antwoorden op open vragen. Dan is het bijna niet nodig om te structureren met STARR, je hebt namelijk alle info al! Maar het kan ook zo zijn dat iemand kort en bondig antwoord geeft en details achterwege laat. Door dan vragen te stellen aan de hand van STARR krijg je een beter beeld van een situatie.
Andere vragen zijn er juist voor bedoeld om je gesprekspartner aan het denken te zetten. Hiervoor kun je oplossingsgerichte vragen stellen of reflexieve vragen.
Reflexieve vragen
Ook bij STARR gebruik je reflexieve vragen. Dit zijn vragen waarmee je iemand laat nadenken over de dingen die je bespreekt. Waarom denkt iemand iets? Waarom zegt iemand iets? Hoe kan het ook anders? Hoe komt zoiets op andere mensen over? Wat is het waardoor je bepaalde keuzes maakt. Je kunt iemand vragen om na te denken over zichzelf, over situaties waarin ze waren, over handelingen, maar ook over hoe andere mensen zich gedragen.
Door mensen aan te zetten tot nadenken over hun gedrag kun je ze inspireren tot verandering. En dat is wat je als coach natuurlijk wilt! Met reflexieve vragen kun je mensen hierin prikkelen. Zonder dat je richting geeft aan het gesprek. Je laat jouw mening achterwege en laat de ander actief nadenken over de zaken die jullie bespreken.
- Hoe kan het dat het zo gelopen is?
- Wat denk je dat de andere persoon vond in die situatie?
- Wat zou je anders kunnen doen?
- Hoe kijk je daarop terug?
- Wat maakt dat je dat zo zegt?
Waarom
Let wel op dat het woordje “waarom” een signaalwoord is voor veel mensen. Door waarom te gebruiken trek je iets in twijfel. Het klinkt alsof je het niet eens bent met wat je gesprekspartner zegt, of alsof diegene zich moet verantwoorden. Ook als jij uit oprechte interesse vraagt “waarom doe je het op die manier?”. Wees bij het woordje “waarom” dus alert op je intonatie. Gebruik de “waarom vragen” niet te vaak.
Maar waarom dan niet?
Omdat het irritant is.
Maar waarom?
Omdat je doordramt?
Maar waarom?
Want schijnbaar heb je aan één antwoord niet genoeg.
Oplossingsgerichte vragen
Als coach ben je ingeschakeld omdat iemand een hulpvraag heeft. Deze hulpvraag kan natuurlijk van alles zijn. Jij als coach bent er om iemand te ondersteunen in het vinden van de juiste oplossingen. Die oplossingen kun je natuurlijk zelf aandragen. Wil je afvallen? Dan moet je minder eten. Wil je een beter ritme? Zet een alarm om op tijd naar bed te gaan en op tijd wakker te worden. Klaar, hoeft niet moeilijk te zijn! Toch?
De neiging is groot om mensen oplossingen aan te bieden. Jij bent er toch om te helpen?! Maar in de praktijk blijkt het aandragen van oplossingen niet te werken. Iemand heeft zelf misschien de dingen die je noemt al geprobeerd. Wat beter blijkt te werken is wanneer de oplossing bij iemand zelf vandaan komt! Dit geeft je gesprekspartner namelijk autonomie over de oplossing. Het was hun idee! Die autonomie creëert meer motivatie dan wanneer het een opgelegde oplossing is.
Focus op het positieveOplossingsgerichte vragen zijn positieve vragen. Je focust niet op de dingen die niet goed gaan. Nee je focust op de positieve verandering die iemand wil bereiken. Dus hoe kan de situatie beter worden. Hoe zou dat er dan uitzien. En vooral ook wat is ervoor nodig om die betere situatie te bereiken? Voorbeelden van oplossingsgerichte vragen zijn: | Hoe los je dit in andere situaties op?Hoe kun je dit anders doen?Wat kunnen we veranderen zodat het wel lukt?Wie kan je hierbij helpen?Zijn er mensen die dit wel lukt? Hoe doen zij dit?Wat gaat er dan beter?Wat zou je anders willen?Wat zou een kleine verbetering zijn?Kun je deze oplossing in kleine stapjes verdelen?Wanneer gaat dit beter/wanneer gaat dit wel goed? |
Oplossingsgerichte vragen kunnen moeilijk zijn. Soms weet iemand namelijk zelf de oplossing ook niet. Wat je dan kunt doen is wondervragen stellen.
Wondervragen
De wondervraag is, net als de oplossingsgerichte vraag, een vraag om iemand aan het denken te zetten. Met wondervragen verplaats je de aandacht van het probleem naar de oplossing of de droomwereld. Je prikkelt iemand om na te denken buiten hun eigen kaders. Eigenlijk zegt de naam het al, wat als er een wonder gebeurt, hoe zou het leven er dan uitzien? En dan de stap verder, wat zou er voor nodig zijn om dat waar te laten worden?
Als je vanavond naar bed gaat, alles is zoals het normaal gesproken is. Maar terwijl je diep in slaap bent voltrekt zich een wonder. Je wordt wakker en het probleem is weg! Hoe zou jouw leven er dan uit zien? Wat is er dan anders?Vervolgens kun je doorvragen: Hoe voel je je dan? Hoe is dat anders? Hoe kun je dit bereiken?
Tips voor de wondervraag:
Introduceer: de wondervraag is een grote vraag en kan iemand van stuk brengen. “Wat een domme vraag” of “Ja weet ik veel, daarom zit ik hier!” Zorg er daarom voor dat iemand een beetje voorbereid is op wat er komen gaat. Vraag eerst heel kort “mag ik je een gekke vraag stellen?” | Geef tijd: Laat iemand nadenken over het antwoord. Leun achterover en geef iemand echt de tijd. Soms zitten mensen zo in hun probleemgedachtes vast dat het tijd kost om de wereld voor te stellen zonder dat probleem. Glimlach en blijf alert in het gesprek en wacht tot iemand een antwoord heeft kunnen geven. |
Extra tips bij de D van doorvragen
Open vragen, reflexieve vragen, doorvragen, wondervragen.. Het zijn allemaal lastige vragen waarmee je iemand aan het denken wilt zetten. Maar voor sommige mensen is dit moeilijk. Dit kan komen door:
- Lager begripsniveau;
- Trager verwerkingsvermogen;
- Trager reactievermogen;
- Spraak- of hoorproblemen;
- Overprikkeld raken;
- Vermoeid raken.
Wanneer je merkt dat jouw gesprekspartner moeite heeft met dit soort vragen, hoe ga je daar dan mee om?
- Stel vragen in de vorm van keuzeopties: “doe je liever A of B?”
- Draag voorbeeld antwoorden aan: “Voelde je je blij? Of verrast?”
- Geef iemand tijd om te reageren.
- Gebruik tekeningen of afbeeldingen om het gesprek duidelijker te maken.