Dat is andere koek! Interview met diëtiste Esther Bokhoven
Bij Sport Care Plus kunnen mensen met een beperking op hun eigen niveau sport en bewegen. Dit doen we om deze doelgroep gelukkiger en gezonder te maken. Bij een gezond leven hoort ook gezond eten. Maar hoe kun je mensen met een beperking of gedragsstoornis daarbij ondersteunen? We spraken hierover met Esther Bokhoven, diëtiste voor specifieke doelgroepen.
Begin bij de persoon
Dit was het eerste dat Esther benadrukte, begin bij de persoon! Al het voedingsadvies dat je geeft is individueel en op maat. Dat begint dus bij de persoon tegenover je. Goed aansluiten bij de klant is de kern van goede begeleiding.
Bij personen met een beperking kan dit complexer zijn, daar moet je oog voor hebben. In Esthers woorden “voedingsadvies voor de doelgroepen is een complexe puzzel waarbij je rekening houdt met iemands beperking. Bij bepaalde aandoeningen of beperkingen horen specifieke lichamelijke kenmerken. Iemand met syndroom van down heeft bijvoorbeeld 30% lagere energiebehoefte. Iemand met spasmes kan juist een grotere energiebehoefte hebben. Hier pas je het voedingsadvies op aan.” Verder zijn er nog veel meer zaken waar je aan kunt denken bij de “wie” zoals:
- Hartproblemen
- Diabetes
- Medicatiegebruik
- Slik of kauwproblemen
- Hyperfixatie op bepaalde voeding
Al dit soort veelvoorkomende problemen bij de doelgroepen maakt het een zoektocht om tot goed voedingsadvies te komen. De reguliere richtlijnen zijn niet altijd toereikend en hebben vaak aanpassing nodig om goed aan te sluiten bij de individuele behoefte.
Waar ga je aan werken?
Wanneer je een beeld hebt van wie je tegenover je hebt kun je gaan bedenken wat er moet gebeuren en hoe je dit gaat doen. Dit kan natuurlijk erg verschillen. De ene persoon moet afvallen, de andere persoon heeft diabetes, of iemand wil juist aankomen, maar het kan ook zo zijn dat je iemand wilt leren om meer verschillende voeding te eten. Ook hierbij is het belangrijk om aan te sluiten bij de cliënt.
“Als coach begeleid je iemand in wat hij nodig heeft en wat hij wil.”
Esther geeft het voobeeld van een cliënt met diabetes. Hij was gevallen door zijn diabetes en er moest nu echt iets aan zijn overgewicht gebeuren. Dan moet je samen gaan bespreken hoe je dat aan wilt gaan pakken. Hierbij is het belangrijk om cliënten zélf na te laten denken. Want ook deze doelgroep kan zelf oplossingen bedenken. Eigen oplossingen werken vaak ook beter, zij kennen zichzelf immers het beste en dit geeft ze regie over hun keuzes. Deze cliënt gaf aan dat hij met hulp van zijn begeleider wel zou gaan sporten, dus daar zijn ze mee begonnen, inmiddels sport hij zelf twee keer per week!
Hoe ga je daar aan werken?
Bij het geven van voedingsadvies kijk je dus goed naar wie de cliënt is en wat diegene wil. Vervolgens ga je kijken wat er kan veranderen en hoe. Voor de ene cliënt werkt het om het roer in één keer om te gooien en strikt te zijn, de ander is meer gebaat bij kleine stapjes.
Als je in kleine stapjes werkt kun je werken met “wissels”. Bij een wissel kijk je naar wat iemand al eet en verwissel je dat voor een gezondere optie. Eet iemand elke dag witbrood? Wissel dat met volkoren brood. Drinkt iemand elke dag frisdrank? Wissel dat met water.
Kijk ook naar wat voor iemand al bekend is. Wat eten ze al, wat vinden ze lekker? Bouw daarop voort. Dit houdt de veranderingen klein, waardoor het makkelijker vol te houden is en het nieuwe gewoontes kunnen worden.
Maak het visueel!
In haar werk ziet Esther mensen op veel verschillende niveaus. Sommige mensen kunnen niet lezen of schrijven. Soms spreekt ze mensen die verbaal sterk zijn, maar cognitief op het niveau van een 4 jarige zitten. Hoe ze dan toch zorgt dat mensen het voedingsadvies begrijpen is door middel van plaatjes en beelden.
Alle dagmenu’s die zij maakt, zijn met plaatjes. Ook de recepten worden uitgelegd met duidelijke plaatjes. Een ander visueel hulpmiddel dat ze veel gebruiken is om mensen meer te laten drinken: een blaadje met daarop het aantal glazen dat je per dag moet drinken. Bij elk glas dat je gedronken hebt kleur je een glas op het blaadje in. Zijn alle glazen ingekleurd? Dan heb je genoeg gedronken!
Ook bij het in kaart brengen van het ziektebeeld van de cliënt zijn hulpmiddelen handig. Hier gebruikt ze bijvoorbeeld praatkaarten voor. Zo kun je een afbeelding van een lichaam gebruiken en per lichaamsdeel vragen of die cliënt daar weleens last van heeft. Een cliënt weet namelijk zelf niet altijd of een bepaalde klacht veroorzaakt kan worden door voeding. Stel iemand heeft vaak kramp in zijn darmen, dan wil jij dat graag weten als professional.
Motivatie
Cliënten motiveren voor nieuwe eetgewoontes kan lastig zijn. Esther verteld hierbij: “Heb oog voor de mens, het uitgangspunt is de cliënt. Je kunt iemand niks opdringen, dus wat wil diegene zelf? Soms willen ze wel heel veel in één keer en dan moet je ze afremmen, zodat ze iets vol kunnen houden.”
Ook begrijpt niet iedereen het idee “oorzaak en gevolg”, als zijn er natuurlijk ook cliënten die dit wel snappen. Sommige cliënten beseffen daarom niet dat ongezond eten leidt tot overgewicht. Bij zulke gevallen werkt het niet om te zeggen dat ze zich beter gaan voelen als ze gezond eten. Wat dan soms wel werkt is mensen motiveren is met beloningen. Maak dit ook weer visueel, schrijf het op een scorebord of geef iemands stickers als ze iets goed doen. Hebben ze genoeg punten dan krijgen ze een beloning. Dat klinkt kinderlijk maar het is een goede manier om veel mensen te motiveren! Ook hierbij geldt wel weer: ga uit van de cliënt en diens niveau en behoeftes.
De omgeving speelt ook een belangrijke rol bij de doelgroepen. In de begeleiding zal je daarom de woonbegeleiders of verzorgers van een cliënt mee moeten nemen. Zij helpen de cliënt om dagelijks de juiste keuzes te maken.
Belangrijkste verschil in de begeleiding
De begeleiding van specifieke doelgroepen is verschillend met de begeleiding van mensen zonder beperking. Ten eerste hebben deze mensen meer begeleiding en ondersteuning nodig, ook duurt het vaak langer, verandering heeft tijd nodig. Je zult vaak moeten herhalen en opnieuw uit moeten leggen.
Ook is het belangrijk om veelvoorkomende medische problemen te kennen van bepaalde doelgroepen. Die kun je ook vinden op de website van diëtisten verstandelijk gehandicapten. Deze medische klachten brengen ook gezondheidsrisisco’s met zich mee. Hier moet je je van bewust zijn voordat je voedingsadviezen gaat geven, je hebt veel kennis nodig om dit goed en veilig te doen.