Fitness assessments

Wanneer je begint met trainen dan is het goed om te weten op welk niveau je begint. Daardoor kun je bijhouden wat je voortgang is, kun je inschatten op welk niveau je moet beginnen en welke zaken je aan moet werken om je doelen te bereiken. Er zijn veel soorten fitheidstesten. Met die testen kan gemeten worden hoe fysiek fit iemand is. Het nadeel van die testen is dat deze niet gemaakt zijn voor specifieke doelgroepen. Ze zijn niet uitvoerbaar óf de fitheidsnorm past niet bij de doelgroep. Hoe kunnen we dan toch de fitheid testen?

Het gaat om het individu

Wanneer je een fitheidstest gaat afnemen is het belangrijk dat je deze test afstemt op het individu. Wanneer je sport met iemand die in een rolstoel zit, beperkt mobiel is, balans problemen heeft of snel afgeleid is, dan zijn de gestandaardiseerde tests vaak geen optie. En als de test wel uitvoerbaar is dan zegt het resultaat vaak nog niks. Want wanneer iemand die slecht ter been is toch een standaard Cooper test uitvoert zal uit het resultaat lijken dat zijn conditie slecht is.

Het heeft in het geval van aangepast sporten niet altijd zin om iemand te meten aan de norm. Als een sporter in een rolstoel zit kun je moeilijk meten hoe ver hij kan springen. Pas de tests en de metingen daarom aan op het individu. Daarom is het goed om de tests en metingen op het individu aan te passen. Test op hun eigen niveau en kijk wat iemand wél kan. Vergelijk de voortgang die iemand maakt alleen met zichzelf. Laat de fitheidsnormen hierbij achterwege en focus op de voortgang die iemand zelf kan maken. Op deze manier kun je toch bijhouden wat de effecten van je training, ook bij g-sporters.

Het lastige met assessments voor mensen met een beperking is dat elke persoon weer anders is. Wat ik zou doen is altijd eerst aan de deelnemer zelf vragen wat de mogelijkheden zijn. Kunnen ze bepaalde gewichten, elastieken, apparaten wel of niet gebruiken. 

– Dennis, PT en trainer g-voetbal

Hoe dan wel..?

Bij Sport Care Plus willen we iedereen zo goed mogelijke begeleiding bieden. Daarom helpen we onze coaches bij het opstellen van deze tests. We hebben hiervoor verschillende formulieren ontwikkeld aangepast aan verschillende doelgroepen.

Met deze assessments meten wij de fitheid aan de hand van de grond motorische eigenschappen, die afgekort worden naar CLUKS. Dit staat voor Coördinatie, Lenigheid, Uithoudingsvermogen, Kracht en Snelheid. In de test van Sport Care Plus komen alle vijf de grond motorische eigenschappen aan bod. Deze formulieren bevatten gestandaardiseerde tests én suggesties voor aanpassingen. 

Waarom toch gestandaardiseerde tests?

De gestandaardiseerde tests houden we in onze fitness assessments omdat onze doelgroep breed is. Iemand met een verstandelijke beperking zou bijvoorbeeld wel gestandaardiseerde tests kunnen uitvoeren (Van de Vliet et al. 2006), maar bij deze tests meer begeleid of gestimuleerd moeten worden om gemotiveerd te blijven (Oppenwal en Hilgenkamp 2019).

Ook zijn mensen verschillend in hun vaardigheden. Wanneer je de ene gestandaardiseerde test niet uit kunt voeren, dan misschien een andere wel. Iemand die zijn armen niet kan gebruiken, maar wel goed kan lopen, kan bijvoorbeeld evengoed een Shuttle Run test doen. 

Daarnaast zijn er ook gestandaardiseerde tests die wél aangepast zijn op verschillende doelgroepen. Die goed onderzochte tests laten wij uiteraard ook terugkomen in onze assessments!

Wat voor aanpassingen

Wanneer iemand bepaalde fysieke of cognitieve beperkingen heeft dan zul je de tests moeten aanpassen op het individu. Die suggesties kunnen zijn om dezelfde oefening te doen alleen dan met hulpmiddelen, zoals elastieken of straps. Maar soms kan een oefening ook vervangen worden door een beter uitvoerbare optie, zoals een arm-curl in plaats van push-ups.

Verder kan het ook zo zijn dat de aanpassingen meer gericht zijn op de motivatie van de sporter. Een sporter heeft misschien meer uitleg nodig. Of de sporter moet actiever gemotiveerd worden. Bij een shuttle run test kan de trainer bijvoorbeeld meelopen met de sporter. 

 

Tips bij een fitness assesment

Je wilt aan de slag met een g-sporter en dus een fitness assesment afnemen! Hier wat tips waar je rekening mee kunt houden: 

  1. Herinner je je de quote van net? Vraag het aan de sporter! Wat kan hij of zijn wel/niet en pas daar de assessment op aan.
  2. Gebruik onze formulieren voor inspiratie 😉
  3. Wanneer je zelf een fitness assesment gaat ontwerpen voor jouw sporters dan raden we je aan dit te doen aan de hand van CLUKS. Hiermee krijg je een goed beeld van hoe een deelnemer scoort op alle grond motorische eigenschappen. 
  4. Let goed op! Het is een assessment dus je weet nog niet wat de deelnemer kan! Houd in de gaten of iemand niet valt of over zijn grenzen gaat.
  5. Gebruik eventueel materialen die de oefening vergemakkelijken. Elastieken, straps, lichtere gewichten. Noteer wel duidelijk bij de resultaten welke materialen je hebt gebruikt! Anders weet je het misschien niet meer wanneer je een tweede meetmoment hebt.
  6. Vergeet de norm! Wanneer de norm niet relevant is noteer je gewoon wat de sporter kan en meet je alleen diens voortgang.
  7. Geef extra uitleg als de sporter de oefeningen niet begrijpt.
  8. Motiveer extra. Wanneer je met sporters traint die een korte spanningsboog hebben of de oefening niet begrijpen, dan is het lastig om hen gemotiveerd te houden. Probeer de sporter extra te motiveren als dat nodig is. Dit kun je doen door te complimenteren en aan te moedigen. 
  9. Bereid je voor op alternatieven. Lukt een arm curl niet? Dan misschien een muurleun? Of een knijptest? Of een one stroke push test? 

Aangepaste tests

Er zijn verschillende tests die goed werken voor aangepast sporten, een aantal willen we hier kort bespreken. Het lastige van deze tests is dat ze alsnog slecht te vertalen zijn naar andere doelgroepen. We noemen bijvoorbeeld een aantal keer het artikel van Oppewal en Hilgenkamp (2019), hun aanbevelingen zijn echter voor mensen met een verstandelijke beperking.. we kunnen hierdoor niet aannemen dat de tests ook even valide en betrouwbaar zijn bij andere doelgroepen. Een test voor ouderen kan je bijvoorbeeld inspiratie geven voor een bepaalde oefening, maar de resultaatnorm zegt nog steeds niks over andere doelgroepen. Laten we kijken welke tests er zoal zijn die zich goed lenen voor sporters met een beperking.

Shuttle run test

De shuttle run test is aangepast op mensen met verschillende fysieke mogelijkheden, rennen, onafhankelijk lopen, lopen met hulpmiddelen en rolstoel afhankelijk. Met de shuttle run test meet je de aerobe fitheid van de sporter, het uithoudingsvermogen. Dit kun je meten met ademhalingsapparatuur, die meet hoeveel zuurstof en koolstofdioxide iemand in- en uitademt. Maar je kunt dit ook inschatten door hoe lang iemand de oefening volhoudt: de trap die de sporter bereikt. 

Er zijn aangepaste varianten voor verschillende doelgroepen. Waarbij er verschillende aanpassingen zijn gedaan aan de test. Het starttempo is verschillend voor verschillende doelgroepen, waardoor iemand die slecht te been is niet hoeft te rennen. Daarnaast is voor deelnemers die een hulpmiddel nodig hebben de afstand aangepast en mogen zij in een vierkant lopen in plaats van heen en weer. 

Je kunt het volledige protocol en audiobestanden voor de test vinden op de website van het Kenniscentrum Revalidatiegeneeskunde Utrecht.

Stroke push test

Wanneer je de explosieve kracht van een sporter in een rolstoel wilt meten kun je dit doen met de stroke push test. Deze meet hoe ver de sporter zichzelf vooruit kan duwen met één duw. Het is hierbij wel belangrijk dat je de vervolgmetingen in dezelfde rostoel doet, de stoel kan namelijk het resultaat beïnvloeden.

6 minute walk/push test

Dit is een test waarbij gemeten wordt wat iemands aerobe uithoudingsvermogen is. Deze test kan uitgevoerd worden door zowel rolstoelgebruikers als mensen die wat slechter te been zijn, omdat je mag deelnemen op een tempo dat voor jou prettig is. De begeleider noteert hoeveel meter de sporter heeft afgelegd.

Knijpkracht

De knijpkracht test is een goed onderzochte test om de algehele bovenlichaamkracht mee te testen. Deze test is valide en betrouwbaar gebleken, ook bij mensen met een beperking (Oppenwal en Hilgenkamp 2019). Bij deze test knijpt de deelnemer 3x zo hard mogelijk in een dynometer. 

Chair stand test

Hiervan zijn twee varianten, de 30 seconden test en de 5x test. Bij de 30 seconden test gaat iemand zo vaak mogelijk in 30 seconden zitten en staan. Bij de 5x test gaat de deelnemer zo snel mogelijk 5x zitten en staan. Deze test wordt veel gebruikt bij ouderen, ouderen met een verstandelijke beperking en ook bij de Special Olympics (ibid.). 

Push and release test

Met deze test kun je meten hoe goed iemands balans is. Wanneer je traint met iemand die een motorische stoornis heeft kan dit handig zijn. Maar ook bij bijvoorbeeld een halfzijdige verlamming is het goed om dit van te voren te meten. Bij deze test laat je de sporter tegen je handen leunen en trek je je handen weg. Je observeert vervolgens hoe de sporter zich herstelt van het balansverlies. Je zegt natuurlijk wel tegen de sporter dat je dit gaat doen, zodat ze niet volledig onvoorbereid zijn en vallen. 

 

 

In de cursus tot Sport Care Plus coach gaan de cursisten ook aan de slag met het uitvoeren van fitness assessments voor speciale doelgroepen. Tijdens de cursus gaan cursisten oefenen met het aanpassen van de assessment, hierbij leren ze rekening houden met de sporters op een manier waardoor ze toch kunnen meten wat ze willen weten!

Bronnen

Jonkemans, S., Scheers, L. (2017). Onderzoek naar fysieke fitheidstesten bij kinderen met een verstandelijke- of meervoudige beperking. Hanzehogeschool Groningen.

Oppenwal, A., Hilgenkamp, T. (2019). Beter meten is meer weten: de VB-fitscan om de fitheid van mensen met een verstandelijke beperking te meten. Tijdschrift voor Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten. 37(3). 128-131.

Verschuren, O. (2012). Psychometrische eigenschappen van de 6 minuten push test en de one stroke push test voor kinderen met een spastische cerebrale parese. Revalidatiecentrum de Hoogstraat. 

Van de Vliet, P., Rintala, P., Fröjd, K., Verellen, J., Van Houtte, S., Daly, D. J., & Vanlandewijck, Y. C. (2006). Physical fitness profile of elite athletes with intellectual disability. Scandinavian journal of medicine & science in sports16(6), 417-425.

Shuttle run test

6 minute push test 

6 minute walk test

Push and release test